zaterdag 18 maart 2017

Herkansing POP

1. Wat heb ik bezocht?
Het Stedelijk Museum Amsterdam
Ed van der Elsken – De verliefde camera
4 FEB - 21 MEI 2017

Ed van der Elsken (1925-1990) is één van de grootste Nederlandse fotografen en documentaire filmers van de 20ste eeuw. Met De verliefde camera presenteert het Stedelijk het grootste overzicht wereldwijd van zijn werk in 25 jaar. De tentoonstelling belicht zowel zijn kwaliteiten als fotograaf als de relatie met zijn films en boeken in een rijke, veelvormige presentatie.

Ed van der Elsken was een unieke figuur. Als straatfotograaf ging hij in steden als Parijs, Amsterdam, Hong Kong en Tokio op zoek naar zelfbewuste mensen, naar mooie meisjes en tegendraadse jeugd. Van der Elskens foto’s en films zijn sterk van vorm, onmiskenbaar geworteld in hun tijd, maar tegelijkertijd tijdloos. Ed van der Elsken wist de 'Zeitgeist' te documenteren en te beïnvloeden. In zijn werk ontwikkelde hij een directe, onconventionele en persoonlijke stijl. Van der Elskens aanwezigheid is altijd zichtbaar in zijn werk, contact was voor hem essentieel om een beeld te kunnen maken. Ook zette hij vaak een situatie in scène als speelse dynamische artdirector.
Van der Elskens oeuvre heeft zijn vanzelfsprekende plaats naast dat van internationale grootheden als Robert Frank (1924, CH) en William Klein (1928, VS) en vormt een bron van inspiratie voor hedendaagse kunstenaars als Nan Goldin (1953, VS) en Paulien Oltheten (1982, NL).
DOORBRAAK
In 1956 verwierf de jonge Van der Elsken internationale roem met Een Liefdesgeschiedenis in Saint Germain des Prés, een op zijn eigen leven geïnspireerde fotoroman over een groep jonge bohemiens die doelloos rondhangt in het naoorlogse Parijs. Van der Elsken herkende zichzelf in hun sombere levensvisie maar behield tegelijkertijd de afstand die hij nodig had om ze te kunnen fotograferen. Kenmerkend en vooruitwijzend naar de latere cineast is de filmische structuur van het boek met flashbacks en een dynamische afwisseling van standpunten.
FOTOBOEKEN
Meer dan twintig fotoboeken zouden volgen, waaronder Bagara (1958) waarin het dorpsleven, de rituelen en de jacht in Centraal Afrika zijn vastgelegd, Jazz (1959), Sweet Life (1966) het resultaat van een wereldreis, Amsterdam (1979) een document van zijn liefde voor de stad waar hij jarenlang woonde, Avonturen op het land (1980) zijn persoonlijk verslag van het leven op het platteland bij Edam, en De ontdekking van Japan (1988) neerslag van zijn jarenlange reizen naar Japan. Deze fotoboeken vormen, samen met zijn films, de kern van het oeuvre van Van der Elsken en het uitgangspunt van de tentoonstelling. Aan de hand van dummy’s, contactvellen, schetsen en ander materiaal wordt aandacht besteed aan het maakproces van de boeken en de werkwijze van Van der Elsken. Een selectie filmfragmenten en diaprojecties accentueert zijn betekenis als filmmaker en de relatie met zijn fotografie. Ruim 200 iconische foto’s, zowel in zwart-wit als in kleur, vormen de kern van de tentoonstelling. 



JEAN TINGUELY MACHINESPEKTAKEL
1 OKT 2016 - 5 MRT 2017

Jean Tinguely staat bekend om zijn speelse, stoere machinekunst en explosieve performances. Alles moest anders, alles moest in beweging. Precies 25 jaar na zijn dood presenteert het Stedelijk het retrospectief Machinespektakel: de grootste tentoonstelling van deze kunstenaar ooit in Nederland. 
"Het roestige gevaarte piept, ratelt en kraakt en de toeschouwers krijgen vrijwel altijd een brede grijns op het gezicht. Kunst en humor gaan prima samen." - Kees Keijer, Het Parool

 "Het lijkt wel of de machines acteurs zijn uit Tinguely’s fantastische, veelbewogen leven, waarin het goed dwalen is.’’  Sacha Bronwasser, De Volkskrant 

"Een absolute must om te zien." -  Paola van de Velde, Telegraaf 
De Zwitserse kunstenaar Jean Tinguely (1925–1991) speelde in de jaren vijftig een grote rol in de ontwikkeling van de kinetische kunst. Dit overzicht toont meer dan honderd, merendeels werkende machinesculpturen, films, foto’s, tekeningen en archiefmateriaal. Op chronologische en thematische wijze worden Tinguely’s artistieke ontwikkeling en motieven zichtbaar gemaakt; zoals zijn voorliefde voor absurd spel en zijn fascinatie voor destructie en vergankelijkheid.
Te zien zijn de vroege draadsculpturen en reliëfs waarmee hij de abstracte schilderijen van kunstenaars als Malevich, Miró en Klee nabootst en verandert door ze in beweging te zetten; de interactieve tekenmachines en wild dansende installaties van schroot, afval en gebruikte kledingstukken; en zijn strakke, militaristisch aandoende zwarte sculpturen.
LUIDRUCHTIG & SPECTACULAIR
De tentoonstelling besteedt veel aandacht aan Tinguely’s zelfdestructieve performances. De enorme installaties die Tinguely tussen 1960-1970 maakte (Homage to New York, Etude pour une fin du monde No. 1, Study for an End of the World No. 2 en La Vittoria) hadden als doel zichzelf luidruchtig en spectaculair te vernietigen. Daarnaast worden de tentoonstellingen Bewogen Beweging (1961) en Dylaby (1962) die Tinguely in het Stedelijk Museum heeft georganiseerd belicht, net als zijn latere enorme sculpturen, HON – en katedral (1966), Crocrodrome (1977) en het spectaculaire Le Cyclop (1969–1994), dat buiten Parijs nog steeds te bezoeken is.



2.Wat heb ik gezien?
Omschrijf meerdere werken(analyse)



Paul Jenkins – Big Blue Phenomena,1961

De naam zegt het al: Het blauwe verschijnsel. Het is olieverf op doek. Ik vind het bijzonder hoe hij een blauwe vlakte zoveel leven geeft. Door het gebruik van schaduw en accenten wordt het echt een ding, het krijgt leven. Ik vind de witte achtergrond ook goed werken, zo komt het blauwe verschijnsel als het ware uit het schilderij. Ik associeer het werk met de zee of met een wapperend blauw laken, ieder geval een golvende beweging. Voor mij wekt dit een rustgevend gevoel op. Zelf zou ik het ook interessant hebben gevonden als er een paar lichtere accenten in voor kwamen, dan is er meer contrast wat het werk misschien interessant zou kunnen maken.  Dit is een schilderij waar ik normaal gesproken niet snel bij stil zal staan, omdat het toch vrij minimalistisch is en minder snel mijn aandacht trekt. Maar ik ben blij dat ik er nu wel bij stil heb gestaan. Hoeveel interessante dingen er nog zijn op te merken aan zo’n “simpel” schilderij. 


               Ed van der Elsken

Dit is een foto van Ed van der Elsken, ik weet de naam niet precies, maar het sprak mij gelijk aan. Mijn idee erbij was dat het gezin lijdt onder de hobby van Ed. De uitgerolde fotorolletjes dienen als een soort tralies waar je als kijker doorheen gluurt. Ik zie een familie waarvan de kinderen verveeld zijn en de moeder ziek. Maar ondertussen zie je wel de passie voor fotografie erdoorheen door de foto zelf en door de fotorolletjes.
Wat ik het beste aan deze foto vind zijn de fotorolletjes die symboliseren voor een tralies. Het krijgt hierdoor een dubbele betekenis. Dat Ed dus eigenlijk veel met zijn gezin is, maar ondertussen misschien wel te veel bezig is met zijn werk/hobby.  Dat hij veel met zijn gezin is merk ik op, omdat hij zelf de foto heeft gemaakt van het gezin.

3.Wat heb ik als IMT’er aan dit bezoek gehad?
Naast de besproken werken heb ik in het museum veel meer gezien. Hoe alle tentoonstellingen zijn samengebracht deed me eigenlijk wel denken aan IMT. De werken van Jean Tinguely waren erg technisch, tijdens de skills ruimte zijn wij hier ook mee bezig geweest. En de werken van Ed van der Elsken deden me denken aan de module Anders Zien. Het fotograferen van wat je tegenkomt op straat. Ook hingen er veel schilderijen. Veel van de technieken die werden gebruikt hebben wij tijden Tekenen ook gehad. Ik merkte dus dat de technieken die wij leren ook gewoon in het stedelijk hangen. Dit inspireerde mij voor aankomende periode. Ik heb nu meer het idee dat ik echt al wat kan bereiken met deze technieken. Natuurlijk hang ik straks niet in het stedelijk, maar ik vond het leuk om de werken met mijn eigen werk te vergelijken en sommige dingen terug te herkennen. Aankomede periode tijden De Ondergrondse gaan we bezig met installaties. Het werk van Jean Tinguely was daarom erg aansluitend en interessant om te zien. De manier waarop hij alles liet bewegen gaf mij ideeën van verschillende richtingen en opties van de beweging. Ook vond ik het interessant dat het niet constant bewoog. 




Het bezoek heeft mij dus vooral geïnspireerd en gemotiveerd, doordat ik dingen herkende die wij ook leren op school.


Amie Dicke
Een paar jaar terug tijdens mijn opleiding Creatieve Therapie(niet afgemaakt) ben ik het werk van Amie Dicke tegengekomen. Wat ik vooral erg boeiend vind aan haar is dat ze zoveel verschillende technieken gebruikt. Ik denk dat haar werk ook goed aan sluit bij IMT.




De werken waarbij zij tijdschrift foto’s(vaak mode) uitsnijd vind ik erg bijzonder. Het doet me denken aan een soort aderen of spierweefsel. En dat levert een erg interessant beeld op. Ook dat zij een gebruikt beeld bewerkt vind ik interessant, omdat ze er wel iets heel eigens van maakt en eigenlijk die hele mode foto verdwijnt.




Ook gebruikt ze in haar werk vaak make up als materiaal. Dit sluit aan bij de mode tijdschriften die zij bewerkt. Vooral foundation vind ik altijd een geschikt materiaal voor in de kunst, omdat het een effect creëert die je met verf niet krijgt, maar je hebt wel een soort huidskleur te pakken.  In het voorbeeld hierboven heeft Amie gezichtspoeder gebruikt, ik vind hier dat je goed ziet dat ze een dikke laag over het boek heeft gestrooid. Die dikke laag make up zie je in tijdschriften meestal op het gezicht van het model.



Deze techniek zie je ook veel in haar werk. Het wegkrassen van delen(vaak gezichten) in tijdschriften. Dit kan interessante effecten creëren zoals in bovenstaande foto. Het lijkt alsof het figuur van as/stof is en een soort van wegwaait. Ze maakt van simpele foto’s iets geheel nieuws door alleen maar iets weg te krassen.





Ze scheurt, knipt en verkreukelt veel bestaand materiaal, maar weet er een nieuw op zichzelf staand beeld van te maken.
En dat is wat ik het meest interessant vind aan haar werk. Het inspireert mij om nieuwe dingen te proberen en verschillende technieken te gaan gebruiken.



Ook het bewerken van bestaand beeld spreek mij meer aan nu, omdat je er zoveel moois mee kunt doen.









The Battle of Magenta – Amie Dicke                                          Tentoonstelling: Het Nabeeld
In dit filmpje vertelt ze over haar werk. Ze heeft het werk gebaseerd op de architectuur van H.P. Berlage. Ze moest een werk maken voor het gemeentemuseum Den Haag & GEM ‘Inspired By’. Ze heeft de vijver aan de voorkant van het gebouw erin verwerkt en ook de zwarte lijst is geïnspireerd op de zwarte lijnen in het gebouw. Ze refereert er constant onbewust en bewust aan.  Ze heeft archiefbeelden van haarzelf en van het museum uit laten printen en in de bak met water gelegd. Ze wilden de beelden testen, hoelang zal het beeld stand houden.  De inkt laat los en gaan een menging met elkaar aan. Wat haar opviel was dat de kleur magenta als eerste los liet. Het was eigenlijk de zwakste kleur, maar ondertussen ging het zich wel vast hechten aan andere prints. De slag om Magenta was letterlijk een veldslag. In dit jaar werd ook de kleur magenta uitgevonden. En als het gaat om Nabeeld vind ik dat ze heel goed is geslaagd. Ze heeft een werk geleverd wat op zichzelf reageert. En door de reactie dus een Nabeeld creëert. Als ik dit werk zou zien in een museum, zou ik denken dat het gewoon een bak water met wat papier is. Ik vind bij het werk het verhaal heel interessant en je ziet hier ook weer hoe ze het materiaal echt een hoofdrol laat spelen.




Hans op de Beeck
Hans Op de Beeck (be) produces large installations, sculptures, films, drawings, paintings, photographs and texts.His work is a reflection on our complex society and the universal questions of meaning and mortality that resonate within it.He regards man as a being who stages the world around him in a tragi-comic way. Above all, Op de Beeck is keen to stimulate the viewers’ senses, and invite them to really experience the image. He seeks to create a form of visual fiction that delivers a moment of wonder, silence and introspection.
Hans Op de Beeck was born in Turnhout in 1969. He lives and works in Brussels and Gooik, Belgium. Op de Beeck has shown his work extensively in solo and group exhibitions around the world



Hans maakt vooral veel sculpturen en video’s waarin hij deze verwerkt. Ik vind zijn werk bijzonder, omdat je in het werk ook ziet hoe het is gemaakt. Wat ik minder vind, is dat de opbouw en afbouw soms iets te lang duurt, dit zie je vooral bij Staging Silence 1. Zijn kleurgebruik is vrijwel overal hetzelfde, grauw met veel grijstinten. Ik vind zijn werk door deze kleurkeuze interessanter worden, omdat het al een bepaald gevoel opwekt. En je zit gelijk in de sfeer die hij wilt uitbeelden.
Hans op de Beeck – The Thread    
 http://www.hansopdebeeck.com/works/2015/the-thread
Zijn stijl doet mij denken aan Tim Burton(vooral bij The Thread). Hij gebruikt een grauw decor met veel grijstinten. Hierdoor wordt het een heel sferisch beeld en ik kreeg hier ook een bepaald gevoel bij.  Je wordt in The Thread gelijk meegezogen met wat de vrouw voelt. Je voelt de ongemakkelijkheid en haar verlegenheid. Maar aan het einde voel je de pijn van de man die eenzaam achter blijft.  Ik vind het heel bijzonder hoe de poppen zo natuurlijk worden bewogen. Ook dat ze een band hebben met de ‘bestuurders’ werkt goed. De bestuurders storen totaal niet, want je blijft gefocust op de poppen. Alleen het stukje waar ze ineens grijs haar hebben ging voor mij erg snel. Ik moest het filmpje 2 keer bekijken voordat ik het echt begreep. Het is voor mij een liefdesverhaal. Je ziet eerst hun eerste ontmoeting, dan willen ze elkaar niet loslaten en voor altijd bij elkaar blijven. En als laatste sterft de vrouw. Zoals het ook in de realiteit gebeurd, je begint alleen en je eindigt alleen.  Bij mij wekt het veel gevoelens op. Dit komt vooral door het medeleven wat ik ervan krijg.


 
Hans op de Beeck – Staging Silence 2
 http://www.hansopdebeeck.com/works/2013/staging-silence-2
Hans Op de Beeck’s film Staging Silence (2) is based on abstract, archetypal settings that lingered in the memory of the artist as the common denominator of the many similar public places he has experienced. The presented video images are both ridiculous and serious, much like the eclectic mix of pictures in our minds. The decision to film in black and white emphasises this ambiguity: the amateurish quality of the video evokes the legacy of slapstick as well as the insidious suspense and latent derailment of the film noir. The title refers to the staging of such dormant decors onto which the spectator, in the absence of other figures, can project himself as the lone protagonist. Remembered images are disproportionate mixtures of concrete information and fantasy, and in this film they materialise before the spectator's eyes by means of anonymous tinkering actions and improvising hands. Arms appear and disappear at random, manipulating banal objects, scale representations and artificial lighting to create alienating yet recognizable locations. These places are nothing more than animated decors for possible stories, evocative visual propositions, to be experienced by the spectator. Op de Beeck's film is accompanied by a score inspired by the images, composed and performed by composer-musician Scanner (uk).

Wat ik bij dit werk erg bijzonder vind is hoe hij bepaalde illusies creëert. Hij maakt van een paar flessen en het goede licht een skyline. Ook bij dit werk spreekt het mij erg aan hoe hij steeds laat zien hoe het decor wordt opgebouwd. Zijn materiaalgebruik is ook erg veelzijdig. Soms gebruikt hij dagelijkse voorwerpen zoals flessen. Hij laat eigenlijk zien hoe simpel of moeilijk je het jezelf kan maken.

In de toekomst lijk het mij ook interessant om werk te maken waarin je ziet hoe het is gemaakt. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten